Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de naburige rechten

 

Artikel 6
1
De producent van fonogrammen heeft het uitsluitend recht om toestemming te verlenen voor
a
het reproduceren van een door hem vervaardigd fonogram;
b
het verkopen, verhuren, uitlenen, afleveren of anderszins in het verkeer brengen van een door hem vervaardigd fonogram of van een reproduktie daarvan dan wel het voor die doeleinden invoeren, aanbieden of in voorraad hebben;
c
het uitzenden, het heruitzenden, het beschikbaar stellen voor het publiek of het op een andere wijze openbaar maken van een door hem vervaardigd fonogram of een reproductie daarvan. Artikel 2, zevende tot en met het negende lid, is van overeenkomstige toepassing.
2
Is een fonogram of een reproduktie daarvan door de houder van het uitsluitend recht, bedoeld in het eerste lid, of met zijn toestemming voor de eerste maal in een van de lid-staten van de Europese Unie of in een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van van 2 mei 1992 in het verkeer gebracht door eigendomsoverdracht, dan handelt de verkrijger van dat fonogram of die reproduktie niet in strijd met dit uitsluitend recht door ten aanzien daarvan de in het eerste lid, onder b, genoemde handelingen, met uitzondering van verhuur en uitlening, te verrichten.
3
Onverminderd het bepaalde in het tweede lid is het uitlenen van het in dat lid bedoelde fonogram of een reproduktie daarvan toegestaan, mits degene die de uitlening verricht of doet verrichten een billijke vergoeding betaalt.
4
Instellingen van onderwijs en instellingen van onderzoek en de aan die instellingen verbonden bibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek zijn vrijgesteld van de betaling van een vergoeding voor uitlenen als bedoeld in het derde lid.
5
Bibliotheken, bekostigd door de Stichting fonds voor het bibliotheekwerk voor blinden en slechtzienden zijn voor het uitlenen ten behoeve van de bij deze bibliotheken ingeschreven blinden en slechtzienden vrijgesteld van betaling van de in het derde lid bedoelde vergoeding.
6
De in het derde lid bedoelde vergoeding is niet verschuldigd indien de betalingsplichtige kan aantonen dat de houder van het uitsluitend recht afstand heeft gedaan van het recht op een billijke vergoeding. De houder van het uitsluitend recht dient de afstand schriftelijk mee te delen aan de in de artikelen 15a en 15b bedoelde rechtspersonen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN BD4445, Kort geding, 143393 / KG ZA 08-125
    Rechtsoort
    Handelszaak
    Datum uitspraak
    28-04-2008
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Kort geding
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Zwolle
    Verbod om illegale muziek ten gehore te brengen.
  •